Jordanië

29 mei 2005 - Amman, Jordanië

Al een tijdje stond Jordanië op ons verlanglijstje, maar door de oorlog in Irak, onrust in het aangrenzende Syrië of aanslagen in Israël waren genoeg redenen om niet te gaan. Na enige aarzeling besluiten we de reis toch te boeken. Via Frankfurt reizen we naar de hoofdstad Amman. Na de benodigde formuliertjes en stempeltjes kunnen we onze plaats innemen in de bus. In de nacht maken we kennis met de moskee, de minaret roept de muezzin: "Allah Akbar"...God is groot. Het is een bijzonder ritueel vijf keer per dag de mysterieuze stem echoënd vanaf honderden minaretten.

We vertrekken voor een grandtour door Amman en brengen een bezoek aan Jerash. Het Archeologisch Museum Amman geeft een goed beeld van een oude stad uit de Romeinse tijd. Het Amfittheater Amman is uit stenen opgebouwd en met elkaar verbonden door middel van een ingenieus stelsel van trappen en gangen. In het midden van het toneel is de akoestiek prachtig. Jerash de Hellenistische stad werd in 78 v Chr., maar daarna door de Romeinen op een monumentale wijze herbouwd. De gave zuilengalerij, de boog van Hadrianus en de tempel van Artemis zijn uitzonderlijk gaaf bewaard gebleven. De stad wordt ook wel het 'Pompei' van het Midden- Oosten genoemd. Met een muzikaal hoogstandje van het Arabische orkest eindigt onze dag.

Het bestbewaarde christelijke monument is de Sint George- kerk in het dorpje Madaba vlakbij de berg Nebo. Hier ligt op de vloer een enorm mozaïek met daarop afgebeeld de oudste landkaart van het Midden- Oosten. Met deze kaart konden de Pelgrims zich oriënteren in het beloofde land. Langs de bergkloven slingeren zandpaadjes door het dorre landschap. In de droge vallei stroomt de rivier Jordaan. Dit is het uitzicht dat Mozes vanaf de berg Nebo had over het beloofde land. Op deze heldere dag zagen we Jericho, Jeruzalem, Bethlehem, Ramallah, Nablus, Hebron en de Dode Zee. We stappen de Dode Zee in en we laten ons langzaam achterover vallen, net als we denken kopje onder te gaan, veren we weer omhoog. Omringd door het prachtige landschap dobberen we een half uurtje in het rond. Het is een sensatie geheel gewichtloos te dobberen op het laagste punt op aarde, zo'n vierhonderd meter onder de zeespiegel. Het is één van de meest bizarre spellingen van de natuur, het is eigenlijk geen zee, er is geen branding en er waait geen frisse zeebries.

Eén van de hoogtepunten is een bezoek aan Petra, de 'Roze Stad', het achtste wereldwonder. Per paard maken we onze entree en na een stuk wandelen zien we de contouren van de schatkamer, het bekendste gebouw van de stad Petra. Het is adembenemend, dertig meter hoog met daarachter nog eens een acht meter diep vertrek. De pilaren en beelden zijn van boven naar beneden uit de rots gehakt. Wat Petra bijzonder maakt, dat niets is gebouwd door stenen op elkaar te metselen, maar de stad is uit rotsen gehouwen. Neem alleen de toegang van deze stad, die in een diep vallei in het gebergte is verstopt. In dit vallei vinden we honderden badhuizen, woonhuizen, tempels, graftombes, pakhuizen en een paleis met bijbehorend amfittheater. Ieder gebouw heeft zijn eigen kleur ergens tussen roze, geel, rood en bruin.

Regen in de woestijn? Dikke waterdruppels die uit de hemel vallen maken het bezoek aan Wadi Rum nog leuker. Met een vredesdoek gewikkeld op ons hoofd gaan we de woestijn verkennen met de 4x4. Dit woestijnlandschap is één van de grilligste van het Midden-Oosten, bij een zandduin maken we een stop voor een 'zandduinrace', zo snel mogelijk tegen de duin op rennen! Terug bij het Bedoeënkamp staan de dromesarissen brullend op ons te wachten voor een tocht om de schoonheid van de woestijn te ontdekken. Wiebelend nemen we plaats op de rug van het dier en klampen ons vast aan zijn bult. Even klimmen we van de bult en genieten van de schaduwen van de bergen en de ondergaande zon. Bij het kamp aangekomen zien we ontelbare fonkelende sterrendie verspreid zijn over de inktzwarte hemel. In het maanlicht zien we de contouren van dansende Bedoeïen om het kampvuur. Met op de achtergrond muziek hebben we de nacht doorgebracht in een echte Bedoeïentent en ontelbare wensen gedaan bij vallende sterren.

De volgende ochtend is de hemel strak blauw en de eerste zonnestralen komen door de tent. Buiten al filmend wordt mijn aandacht getrokken naar de berg achter mij, langzaam gaat er een woestijnwolf liggen en geniet samen met mij van de zonsopgang. Aqaba is de laatste stad die wij aandoen voordat we teruggaan naar Nederland. Het is een stad die er veel voor over heeft om de toerisme in het land te verwelkomen. De roerige regio zorgt ervoor dat het toerisme uitblijft. We doen deze dagen de laatste inkopen, genieten van het privé stand en maken een boottocht voor een snorkelavontuur in de Rode Zee.